Hoe is de mobiliteit in Brussel geëvolueerd?


Aangezien de mobiliteitsweek plaatsvindt van 16 tot 22 september 2025, laten de vervoersgegevens zien hoe Brusselaars stilletjes de stedelijke mobiliteit hervormen. De cijfers vertellen het verhaal van een stad in transitie — en met Car-Free Sunday op 21 september staan we op het punt deze transformatie volledig te zien. Van de evolutie van vierwielig vervoer naar tweewielig vervoer, tot autodelen in plaats van autobezit, zo evolueert de mobiliteit in Brussel.
De opkomst van (e-) bikes
Uit de meest recente mobiliteitsstatistieken blijkt dat elektrische scooters sinds 2022 hun stabiele gemiddelde reisafstand van 2,2 km hebben behouden, wat erop wijst dat gebruikers hun ideale plek hebben gevonden voor korte stadsritten. Ondertussen hebben fietsers hun reistijd aanzienlijk verlengd, waarbij de gemiddelde reisafstanden in 2023 met 15% zijn gestegen tot 3,1 km.
Deze gegevens suggereren dat Brusselaars nu verschillende micro- en gedeelde mobiliteitsopties gebruiken voor verschillende doeleinden. Scooters blijven voorlopig de beste keuze voor snelle, voorspelbare ritten, terwijl fietsen steeds vaker worden gebruikt voor langere verkenningen door de stad. Het gebruik van scooters kan afnemen met de mogelijke invoering van een wet die gebruikers verplicht om tijdens het rijden een helm te dragen.
De dagelijkse verhuur van elektrische fietsen in vloten die vrij rondzweven, bedroeg in mei 2025 ook 13.889 — een stijging van 216% ten opzichte van mei 2024.
Dit wijst op een grote verschuiving in de manier waarop Brusselaars denken over woon-werkverkeer en vervoer in het algemeen. De opkomst van e-bikes komt tegemoet aan de angst van fietsers in het heuvelachtige Brussel om bezweet op hun bestemming aan te komen, terwijl de flexibiliteit en milieuvoordelen van dit vervoermiddel behouden blijven.
Maar waarom worden de spitsuren dan langzamer?
Interessant genoeg zijn de reistijden in de ochtendspits met de auto in januari 2025 met 4% gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. Dit lijkt misschien contra-intuïtief gezien de toename van alternatieve vervoersmogelijkheden, maar het weerspiegelt waarschijnlijk de complexe aard van stedelijke mobiliteitstransities.
Naarmate meer mensen tijdens de spitsuren experimenteren met verschillende vervoerswijzen, veranderen de verkeerspatronen. Het schijnbaar eindeloze wegenwerkprogramma van de stad kan ook bijdragen aan deze langzamere reistijden. Deze combinatie van factoren en de tijdelijke verhoging van de reistijden kunnen worden gezien als groeipijnen in de evolutie van Brussel naar duurzamere mobiliteit.
Fietsinfrastructuren onder druk
Er is veel vraag naar de Brusselse fietsinfrastructuur. De doordeweekse stromen op fietspaden zijn in februari 2025 met 11% gestegen ten opzichte van februari 2024, waarbij een genormaliseerde evolutie een nog indrukwekkendere groei van 17% liet zien.
Deze toename van de fietsactiviteit toont aan dat bewoners positief reageren op alternatieve vervoersmogelijkheden, maar het benadrukt ook de noodzaak van voortdurende investeringen in fietsinfrastructuur om veilig tegemoet te komen aan de groeiende vraag.
Een verschuiving van eigendom van auto's naar fietsen?
Brusselaars maken duidelijke keuzes over persoonlijk autobezit: het autobezit is gedaald van 47% in 2022 naar 44% in 2025, terwijl het bezit van fietsen juist is gestegen van 47% naar 50% in dezelfde periode. Voor het eerst hebben meer inwoners een fiets dan een auto, wat een verandering betekent in de manier waarop burgers over stedelijke mobiliteit denken.
Delen is zorgzaam
Autodeeldiensten hebben een opmerkelijke groei doorgemaakt, met een verdubbeling van de abonnementstarieven van 5% in 2022 naar 10% in 2025. Deze stijging van 100% bewijst dat bezitten in deze stad niet meer interessant is met de verandering in infrastructuur en bereikbaarheid (zowel financieel als op straat). Mensen voelen zich comfortabel genoeg bij mobiliteitsmodellen die gebaseerd zijn op toegang in plaats van op eigendom, waardoor ze flexibele vervoersopties krijgen zonder de financiële lasten van autobezit.
Buiten het woon-werkverkeer: leven in plaats van werken
Uit de gegevens is gebleken dat slechts 20% van alle reizen in Brussel werkgerelateerd is, wat betekent dat 80% van de mobiliteit in de hoofdstad draait om het leven (vrienden bezoeken, winkelen, vrijetijdsactiviteiten en het verkennen van de stad). De opkomst van thuiswerken draagt er ook toe bij dat het aantal verplaatsingen in het woon-werkverkeer lager is dan vroeger.
Wat dit zou kunnen betekenen voor de toekomst van Brussel
Van de e-bike-explosie tot veranderende eigendomspatronen, waarbij mensen actief kiezen voor duurzamere, flexibelere en diversere vervoersmogelijkheden met e-bikes, fietsen en autodelen in plaats van traditioneel autobezit.
De stijging van het aantal e-bikeverhuur met 216% en de groei van het aantal fietsers tonen aan dat bewoners groenere, flexibelere manieren willen om zich te verplaatsen. Maar langere spitstijden en drukke fietspaden tonen aan dat de infrastructuur van de stad moeite heeft om gelijke tred te houden.
Maar hier is een tegenstelling: terwijl mensen alternatieve vervoerswijzen kiezen, nemen auto's nog steeds 53,2% van de openbare ruimte in beslag. Ter vergelijking: minder dan 5% is bestemd voor openbaar vervoer en fietsen samen (bron).
Deze mismatch is de grootste uitdaging voor Brussel. Mensen veranderen de manier waarop ze zich door de stad verplaatsen, maar de straten hebben hun achterstand nog niet ingehaald. Autovrije zondag laat Brusselaars het leven in hun stad anders ervaren, zoals wandelen, fietsen en ontdekken zonder het gebruikelijke autoverkeer. Gezien het feit dat de vervoersgewoonten al aan het veranderen zijn, lijkt de editie van dit jaar misschien minder op wat had kunnen zijn en meer op wat er zal zijn van de toekomst van Brussel.
Gegevensbron: Observatoire thématique - Site Région Bruxelles Capital: https://be.brussels/fr/transport-mobilite/enjeux-de-la-mobilite/observatoire-thematique